De Minister van Veiligheid en Justitie wil de rechtsbijstandsverlening in de eerste fase van het opsporingsonderzoek intensiveren. Daarom presenteert hij in de Tweede Kamer een werkwijze voor rechtsbijstand aan verdachten in zogenoemde ”categorie B-zaken”. Consultatiebijstand zal dan plaatsvinden via een videoverbinding tussen een advocaat en de verdachte. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft kritiek op de door de minister voorgestelde werkwijze en heeft aangekondigd tijdens het parlementaire proces aandacht te blijven vragen voor de noodzakelijke verbeteringen van de voorstellen die nu naar de Kamer zijn gestuurd.